Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet bodembescherming

 

Artikel 63b
1
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat stelt jaarlijks een programma vast met betrekking tot de hem bekende onderzoeksgevallen en gevallen van ernstige verontreiniging, waarbij sprake is van een verontreiniging of aantasting als bedoeld in artikel 63a, eerste of tweede lid, hierna te noemen: saneringsprogramma voor de waterbodem van rijkswateren.
2
Het saneringsprogramma voor de waterbodem van rijkswateren bevat met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde gevallen ten minste een overzicht van de door of vanwege Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en van de aan hem bekende door anderen in de eerstvolgende vier jaren te verrichten activiteiten en een aanduiding van het tijdstip waarop met het onderzoek of de sanering van die gevallen zal of dient te worden aangevangen.
3
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat pleegt bij de voorbereiding van het saneringsprogramma voor de waterbodem van rijkswateren overleg met de overheidsorganen die betrokken zijn of een belang hebben bij de activiteiten, bedoeld in het tweede lid.
4
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat legt het saneringsprogramma voor de waterbodem van rijkswateren bij de aanbieding van de rijksbegroting over aan de Staten-Generaal. Het gaat vergezeld van een verslag over de besteding in het voorafgaande kalenderjaar van gelden op de begroting, bestemd voor de sanering van de bodem van rijkswateren.
5
Ten aanzien van de inhoud van het verslag, bedoeld in het vierde lid, tweede volzin, omvat het verslag in ieder geval gegevens omtrent de wijze van onderzoek van de betrokken onderzoeksgevallen en gegevens omtrent de wijze waarop het saneringsonderzoek en de sanering in de betrokken gevallen zijn uitgevoerd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •